Samen spelen, samen delen


Met pijn in mijn hart ruimen we het huis leeg van onze ouders.

Hier en daar verkopen wij enkele spullen en we nemen herinneringen mee naar ons eigen huis. Een gek stoeltje, een mooi schilderij. Af en toe rennen we snel met een klein koffertje, waar de mooiste herinneringen in zijn verstopt, naar de auto. Een fotootje, een ruggenkrabber en bedenk het maar waar je aan gehecht kunt zijn. Als je gaat opruimen en verdelen kom je soms in een padstelling: 'Wie neemt de mooiste herinnering mee naar huis?' Braaf zetten wij de zaken waar we allemaal belang bij hebben tegen de muur en wachten op het moment dat we in de ratio zitten en smakken bij elkaar de spullen over de bühne. Wij realiseren ons dat als je een nalatenschap hebt, je moet verdelen en dat mogelijke conflicten op de loer liggen. 'Gelukkig houden we niet van ruzie.'

Als mijn zus en ik samen voor de zoveelste keer het huis binnen wandelen, gaan we eerst ouderwets gezellig aan de eettafel ons eten naar binnen werken. Het is bijzonder vreemd dat er niemand de keuken uit wandelt. Legio herinneringen wandelen onze hoofden binnen. Mijn moeder met haar uitgebreide kerstdiners maar ook met de meest ranzige pasta, die ons als kind tot tranen heeft geroerd. Mijn vader die altijd heel erg graag met de bakken ijs kwam aanlopen en tot grote ergernis (in onze jeugd) altijd de lepel in de bak vla of yoghurt gooide.

Nog even en dan kunnen we nooit meer naar binnen. Nooit meer de geur en kleur vernemen waar zij een groot deel van hun leven hebben doorgebracht. In gedachten zie ik de hondjes, die we hadden, bij de benen van mijn moeder staan. Hopend op vallende aardappelschillen (smeet ze gewoon op de grond).

Ook zie ik de ruzie tussen ons als kinderen even voorbij komen.'Verrek daar hebben we nog elkaar de haren uit de kop getrokken.' Onze slaapkamers waar onze eerste vriendjes een brave nacht mochten doorbrengen met ons (waar de Donald Duck tussen ons in lag).

Ik voel tranen op komen en ga binnenkort daar even in mijn eentje op de grond zitten om een vreselijk potje te huilen, meld ik rationeel aan mijn zus. 'Moet je doen'. 'Vlak voordat je binnenkwam heb ik dat ook even gedaan, lucht enorm op.' We kijken elkaar aan en lachen want samen huilen doen we niet. We hebben geleerd dat je alleen op aarde komt en er alleen af zult gaan. De invulling van het leven doe je altijd alleen.

'Neem jij dat maar hoor, ik kijk er wel naar als ik bij je ben.'

Met enorme dankbaarheid en nog meer liefde naar mijn ouders sluiten wij samen af. Wij kwamen samen op aarde en zullen elkaar nooit verliezen: 'Zou je niet graag tweeling zijn want tweeling zijn is mooier dan helemaal alleen.'


Reacties

Populaire posts van deze blog

Jaloers?

Zweefteefje

De piemel