Tussen hoop en vrezen

Met lood in mijn schoenen, loop ik zwetend van angst de poli van het ziekenhuis binnen. Vandaag ga ik horen wat er precies aan de hand is en wat er moet gaan gebeuren.

Voorafgaand aan deze afspraak heb ik twee weken geleefd tussen hoop en vrezen. Ik heb gehuild, geschreeuwd, gelachen en to do - lijsten gemaakt en afgehandeld. Enkele zinloze scenario's heb ik ook geschreven en laat dat nou mijn eigenaardigheid zijn: 'De economie vaart er wel bij!' Een nieuwe bank, nieuwe gordijnen, nieuw ondergoed en pyjama's en niet te vergeten een voorraad shampoo, tandpasta en deodorant.

In de wachtrij bij de poli word ik ongeduldig en de rij wordt groter en groter. Ik smeek het universum dat de artsen niet uitlopen en roep: 'drie in de rij, kassa erbij.' Mijn wens wordt direct ingevuld en ik doe er nog maar een paar in gedachten. Als ik om me heen kijk, zie ik alleen maar oude mensen en ben ik toch echt een jong meisje. Ik kijk naar mijn vriendin en zeg verdrietig: 'Zie je dat... ik ben de allerjongste hier.' Ze antwoordt me rustig met:'Ja, dat is me opgevallen maar ik wilde het niet benoemen.' Dan weet ik ook weer waarom zij mijn allerbeste vriendin is: ze wrijft geen zout in de wonden en bevestigt hooguit wat ik zeg.

Omdat ik doodsbang ben heb ik haar de vrijheid gegeven om alle vragen te stellen die ze wil stellen waarvan ze denkt dat deze struisvogel wel antwoord op wil, maar het antwoord misschien niet wil horen. 'Dank je Marissa, maar dat doe ik toch wel.'

We gaan samen met de arts naar de foto's kijken en ik durf eerst niet te kijken. Als ik uiteindelijk de moed heb verzameld zie ik de binnenkant van mijn alles verhullende buitenkant. De operatie wordt gepland en ik begrijp waarom en ben dolgelukkig met deze ingreep. Had je me vier weken geleden dit verteld, had je me van het plafond kunnen schrapen. Maar nu... is dit in mijn ogen het meest vriendelijke behandelplan, dat binnen mijn scenario's was omschreven. Mijn nieren werken inmiddels bovengemiddeld goed en ik hoor dat er, na het herstel, geen belemmeringen voor mijn leven zullen zijn.

Ik maak een nieuwe to do-lijst en ga de huisarts (de jongen uit 4 havo) opzoeken en ben hem zo dankbaar voor zijn doorverwijzing en wil hem dat laten weten. Meerdere engeltjes op mijn schouder...

Op de terugweg naar huis beloof ik mijn dinnetje dat ik nooit, maar dan ook nooit, meer zal zeuren. Ze slaat een arm om me heen en zegt: 'Godverdomme, wat heb ik een droge strot.' We drinken samen uit haar flesje ranja en zien direct een mooie man (zien we nooit in Enschede). Ik draai me om en kijk de meneer in de ogen... Ze sist naar me: 'Kijk voor je... hij wil wat van ons.' En zo zijn we weer terug bij waar we twee weken geleden zijn gebleven:

'De zin en de onzin van het leven.'

Reacties

Populaire posts van deze blog

Jaloers?

Zweefteefje

De piemel